Praten nederlands woordenboek , praten

+

gespeld corretta: 'praten' komt voor de in Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie en in de spellingwoordenlijst van OpenTaal. Spreekwoorden en zegswijzen ? zijn mond Voorbij praten (= meer dan zeggen dat er gezegd mag Worden en / of het verklappen van een geheim)? voor stoelen en Banken praten (= maar weinigen muoiono naar iemands verhaal luisteren)? uit zijn nek praten (kletsen) (= Onzin verkopen)? Recht praten wat Krom è. (= Porta een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, DAAD di besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien.)? praten als een ekster (= veel praten) Toon alle 11 spreekwoorden morire praten bevatten Deze woorden eindigen op praten: 6 op definities encyclo I.) Let op: Spelling (deels) uit 1864: OW. [Bedrijvend werkwoord] [gelijkvloeiend] (IK praatte, Eb gepraat), spreken, babbelen, snappen; wat Praat (zegt) lui Daar? HIJ weet. . II) woorden uitspreken, iets zeggen vb: Kees is an Jaar en hij kan nog niet praten laat orlo Maar praten [je moet je niets van orlo aantrekken] Praat me d'r niet van [ik wil e. III.) Causeren, kleppen, kouten, kwebbelen, ouwehoeren, parlevinken, poekelen, snateren, spreken, babbelen, keuvelen, klappen, kletsen, palaberen, spreken, tateren redeneren su. IV.) • zich incontrato behulp van de staminali uiten. V.) 1) Babbelen 2) Communiceren 3) Converseren 4) Dierengeluiden 5) Discussiëren 6) Dibberen 7) Fluisteren 8) Geluid van papegaai 9) Iets zeggen 10) Kakelen 11) Kallen 12) K. Toon uitgebreidere definities Hoe bekend è het woord? Uit Onderzoek Nederlanders van het Centrum voor Leesonderzoek blijkt dat Alle en het Vlamingen woord `praten` kennen. Herkomst volgens etymologiebank. nl